lang geleden
dat de tijd ging liggen
en de vloer kreunde
onder binnenvallend licht
ik oefen
een thuiskomst
trek me terug
in de botten
van een knellende stad
smacht naar een toon
die op zichzelf staat
daar opnieuw
de onderkant van zijn
of een achtergelaten vergezicht
(nu niet
van plaats
veranderen)
ik wacht
blijf ijl blijf leeg
en buiten fluit een man
tegen de nacht