de kiem is gelegd
het huis verbeterd
we verdelen de dag
dit is hoe we samen heten
ik rangschik je gebaren
voortgaande handen
op niet te bedaren
en op huivering
zet me schrap
onder de huid
waarvan ik weet
dat ik er niet kan blijven
de kiem is gelegd
het huis verbeterd
we verdelen de dag
dit is hoe we samen heten
ik rangschik je gebaren
voortgaande handen
op niet te bedaren
en op huivering
zet me schrap
onder de huid
waarvan ik weet
dat ik er niet kan blijven
(Voor Arthur Jaspers)
aan de schemerende gracht
hapert een man
gewikkeld in vroeger
en niemand streelt hem door zijn haren
hij wiegt
zijn verliezende lijf
op de maat van passanten – breekt
de laatste dagen van dit zo besloten feest
waarop iedereen te vroeg ging slapen
en sinds de kruisen binnenstromen
verkruimelt hij – de laatste bomen
barst
nooit meer
in bloemen uit